Australopithecus sediba- geen menselijke voorouder

Australopithecus sediba – geen menselijke voorouder
Nieuwe vermeende mensachtige veroorzaakt debat, maar is geen ontbrekende schakel
door Peter Line
15 april 2010
Vertaling NH, Mediagroep in Genesis

bron: Image news.com.au

Foto van ??n van de twee Australopithecus sediba fossielen. Wat opvalt zijn de algemene overeenkomsten met andere australopithecinen.

Een overduidelijk gecoordineerde propagandacampagne of, voor de minder cynisch aangelegden onder ons, een media-hype over gefossiliseerde botten, bracht kort geleden Australopithecus sediba in de bekendheid. Van deze Australopithecus sediba wordt gedacht dat hij twee miljoen jaar oud is en hij werd door sommige media vol glorie binnen gehaald met “De ontbrekende schakel in de opkomst van de mensheid gevonden”, die volgens experts “het verhaal van de evolutie van de mens kan herschrijven”[1]. Als u het gevoel bekruipt dat u deze krantenkoppen eerder hebt gehoord, is dat waarschijnlijk ook zo. De aankondiging van ontbrekende schakels of aapmensen die ‘het verhaal van de evolutie van de mens kunnen herschrijven’, is de evolutionistische versie van de film Groundhog day. Als men in de commentaren leest wat dit fossiel voor creationisten zou moeten betekenen, kan men zowel geamuseerd als verbaasd zijn. Een paar dagen voordat alle details bekend gemaakt werden en men nog zo goed als niets over het fossiel wist, schreef een lezer: “Opnieuw een ‘overgangsnagel’ aan de doodskist van creationisten…fervente fanatiekelingen die evolutie ontkennen, zullen dit uitzonderlijk verontrustend vinden”[2]. Ik zal proberen de kalmeringsmiddelen bij de hand te hebben terwijl ik dit schrijf, hoewel ik om een of andere reden betwijfel dat ik degene zal zijn die ze nodig zal hebben.

Men zou denken dat de botten zorgvuldig geanalyseerd zouden worden, voordat vastgesteld werd dat de fossielen van een mensachtige waren. Niet dus! De ontdekking werd gedaan in een grottenstelsel in Malapa, in de buurt van Johannesburg in Zuid Afrika en blijkbaar was een snelle blik op een sleutelbeen genoeg om Lee Berger, de eerste auteur van de studie, ervan te overtuigen dat het om een mensachtige ging.[3] Het is zeer onwaarschijnlijk dat iemand zo snel een betrouwbaar oordeel hierover kan geven, zeker omdat “vergeleken met andere botten in het lichaam, het sleutelbeen een van de slechtst bestudeerde botten van het skelet is.”[4] Het illustreert eerder dat dit hele geval draait om idee?n over onze oorsprong die van te voren al vaststaan. Denk eens aan de training en de taak van fysisch antropologen (ook bekend als paleoantropologen):

“Hun training is in de anatomie en paleontologie van skelet en gebit en ze zijn geworteld in evolutietheorie?n. Hun belangrijkste taak is de juiste plaats van het net ontdekte fossiel te vinden in een zich immer uitbreidende reeks fossielen die al aan menselijke evolutie toegeschreven worden. Prehistorisch archeologen reconstrueren culturen uit het verleden en fysisch antropologen reconstrueren evolutionaire verbanden van vroegere populaties.”[5]

De bovenstaande uitspraak toont de volledige indoctrinatie van fysisch antropologen met evolutie. In feite lijkt het, volgens bovenstaande definitie, vrijwel onmogelijk dat iemand een paleoantropoloog kan zijn, zonder ook evolutionist te zijn. Het is duidelijk dat zulke mensen alle fossiele bewijzen binnen het evolutionistische kader zullen interpreteren en volledig bevooroordeeld tegenover elke andere interpretatie van de oorsprong van de mens zullen staan. Met deze stand van zaken is een alternatieve beoordeling van het fossiele bewijs dat zogenaamd de gedachte van evolutie van de mens ondersteunt duidelijk noodzakelijk – een beoordeling die vrij is van evolutionaire vooronderstellingen. Dit betekent niet dat een alternatieve beoordeling de fossiele bewijzen ongekleurd representeert, maar dat deze bevooroordeeld zal zijn vanuit een ander perspectief.

Als men de commentaren leest die aan de evolutionistische experts toegeschreven worden, wordt al snel duidelijk, dat men het oneens is over wat voor type mensachtige de fossielen van Australopithecus sediba representeren. In het bijzonder is het de vraag of ze tot het geslacht Homo of Australopithecus behoren en ook wat voor rol ze speelden in de evolutie van de mens. Het wordt ook duidelijk dat Lee Berger zich niet direct populair maakt bij veel van zijn mede-paleoantropologen, van wie sommigen niet erg complimenteus commentaar op hem leverden. In een artikel in The Weekend Australian schreef ’s lands beste correspondent Hedley Thomas:

“De bekende paleoantropoloog Tim White van de Universiteit van Californi? gaf zeer af op Berger naar aanleiding van de uitgave van zijn meest recente boek The Official Field Guide to the Cradle of Humankind (De Offici?le Veldgids naar de Wieg van de Mensheid). White noemde het ‘In veel opzichten slechter dan nutteloos, gegeven de verbazingwekkende hoeveelheid fouten en misleidende uitspraken’. Hij voegde toe dat het een storend ‘patroon van verzinsels’ vertoonde.
White schreef in het South African Journal of Science: ‘Bergers komst voor het voetlicht luidt een nieuw tijdperk in: een van rook en spiegels, waarin stijl wint van inhoud. Berger heeft in feite niet veel ontdekt in zijn korte carri?re, maar toont het opmerkelijke talent zich, via fondsenwerving en publiciteit, in ontdekkingen van anderen binnen te dringen.’ Voor het geval dat nog niet duidelijk genoeg was, brandmerkte White Berger als een enthousiaste en ambitieuze, maar onvervaren Amerikaan die ‘meer gefascineerd is door roem en fortuin dan door serieuze wetenschap’.”[6]

Tim White is in de wereld van de paleoantropologie zeker geen lichtgewicht,[7] dus in zekere zin kan men meevoelen met Berger als hij het doelwit van zulke kritiek is. Toch zorgt het voor extra voorzichtigheid over deze vondst in het bijzonder.

De vondst bestaat uit een bijna complete schedel en een gedeelte van de rest van het skelet (postcraniaal[8]) van een jonge man (MH1) van naar schatting 11 of 12 jaar oud, plus bovenkaakstanden, een gedeeltelijk van een onderkaak en een gedeelte van de rest van het skelet van een volwassen vrouw (MH2).[9][10] Verder zijn de botten van minstens twee andere individuen gevonden, onder wie een klein kind en een volwassen vrouw, maar die vondsten moeten nog gepubliceerd worden.[11] De auteurs van de studie plaatsen de fossielen in het geslacht Australopithecus en denken dat de “ouderdom en algemene morfologie van A. sediba impliceren dat hij hoogstwaarschijnlijk afstamt van A. africanus en meer ge?volueerd is in de richting van Homo dan A. afarensis, A. garhi en A. africanus“.[12]

Het moet gezegd worden dat creationisten alle ‘australopithen’ als uitgestorven aapachtigen beschouwen die niets met de evolutie van de mens te maken hadden.[13] Evolutionisten hebben buiten het geslacht Homo nog veel meer geslachten met vermeende mensachtigen gecre?erd dan het oorspronkelijke geslacht Australopithecus en deze zogenaamde mensachtigen worden soms informeel ‘australopithen’ genoemd, onafhankelijk van het geslacht waarin ze geplaats zijn.[14] Als groep worden ze dus australopithen genoemd, maar als meer specifiek gesproken wordt, wordt de geslacht-, of soortnaam gebruikt. De term ‘australopithecine’ slaat specifiek op leden van het geslacht Australopithecus.

Er zijn zeker goede redenen waarom Australopithecus sediba in het geslacht Australopithecus hoort en niet in het geslacht Homo. Het geschatte volume van de schedel is 420 cm3 en dat valt binnen de mensaap/Australopithecus grenzen, net als de geschatte lengte van 1.3 meter en de relatief lange armen.[15] Kate Wong schrijft dat Fred Spoor ‘opmerkte dat hoewel het hersenvolume en de vorm van de kiezen op die van Australopithecus lijken, de vorm van de ruimte voor de hersenen en de grootte van de kiezen toch aan Homo doet denken’.[16] Wong noemt ook het vlakkere gezicht van Australopithecus sediba als zijnde een kenmerk van Homo.[16] John Hawks wijst in zijn weblog op overeenkomsten tussen de schedel van Australopithecus sediba en van Australopithecus africanus (STS 71 en STS 52) uit Sterkfontein en stelt: ‘mijn indruk is dat behalve de schedel, de Malapa botten binnen A. africanus passen’.[17]

Bovenstaande tegengestelde meningen zouden goed opgelost kunnen worden als Australopithecus sediba een individu is met kleine hersenen van het type dat door evolutionisten vaak als Homo habilis geclassificeerd is. (Dit wordt algemeen gezien als een ongeldig taxon[18] waarvan de meeste leden allang in het geslacht Australopithecus geplaatst hadden moeten worden.) Dit mag dan niet goed in een evolutionistisch schema passen, het zou goed in het creationistische plaatje passen. Er is altijd al wat onzekerheid geweest rondom de status van sommige exemplaren van Homo habilis, vooral omdat er behalve schedels maar weinig andere botten waren, die eenduidig aan Homo habilis toegeschreven konden worden.[16] Sommige evolutionistische experts hebben voorgesteld om de Homo habilis onder te brengen in het geslacht Australopithecus, terwijl anderen gewezen hebben op overeenkomsten met de Homo erectus in een aantal van de fossiele schedels.[18] Gezien dit feit, en gezien de afwezigheid van andere botten die duidelijk bij de schedels horen, is het moeilijk de status van Homo habilis te verduidelijken, en als gevolg hiervan wordt deze soort vaak beschreven als een ‘vuilnisbak’, oftewel een vergaarbak voor moelijk-te-classificeren fossielen.[18] Voordat Berger Australopithecus sediba ontdekte was de gangbare evolutionistische overtuiging dat de australopithecinen evolueerden tot Homo habilis, die op zijn beurt weer evolueerde tot Homo erectus. Dit zou nu kunnen veranderen. Van een creationistisch uitgangspunt kan gezegd worden dat, als de botten van onder het hoofd van Australopithecus sediba lijken op exemplaren van Homo habilis en de schedel op Australopithecus, dit betekent dat de vondsten die Homo habilis genoemd werden, ook australopithecine-achtige apen waren.[19]

Een citaat van Berger in een krantenartikel luidt dat Australopithecus sediba “aapachtige armen had, primitieve polsgewrichten en korte, maar krachtige gekromde vingers, en verassend genoeg ook een bekken bezit dat duidelijk ontwikkeld is om op bijna gelijke wijze als wij op de grond te lopen” en dat ze “nog altijd in bomen konden klimmen, dat is duidelijk door de lange armen, maar ze konden goed op twee benen lopen”.[20] Hier is dus een schepsel dat blijkbaar een bovenlichaam heeft dat is ontworpen om in bomen te klimmen, wat zelfs vanuit evolutionistisch perspectief betekent dat dat een belangrijk aspect van zijn levensstijl was, net als de boombewonende apen van tegenwoordig. Het belangrijkste probleem voor deze beweringen is het heupbeen, dat door de auteurs beschouwd wordt als ver ge?volueerd (of afgeleid). Dat heupbeen was gedeeltelijk bewaard gebleven en wordt in het artikel in meer detail besproken (inclusief een vergelijking met MH1).[21] Een probleem met het interpreteren van functionele aspecten van de kenmerken in de heupbotten en de botten van het onderste deel van de benen in de australopithecinen, is dat de neiging bestaat om ‘a priori aan te nemen dat de spieren een menselijk patroon volgden’[22] en niet in een aapachtig patroon georganiseerd zijn. Ook is het moeilijk het belang in te schatten van claims als een ‘Homo-achtige morfologie vergeleken met andere australopithecinen’ voor de heupbeenderen van MH1,[12] als men niet de mogelijkheid heeft de verschillende heupbeenderen van diverse vermeende mensachtige soorten te onderzoeken. Michael Balter schrijft in zijn commentaar in Science:

“Maar anderen zijn niet overtuigd door het Homo-argument. De weinige karakteristieken die door A. sediba en Homo gedeeld worden, kunnen te wijten zijn aan normale variatie binnen de australopithecinen of aan de juveniele status van de jongen, meent Tim White, een paleoantropoloog aan de Universiteit van Californie, Berkeley. Deze karakteristieken veranderen als een mensachtige groeit en de kenmerken van een jonge Australopithecus kunnen vergelijkbaar zijn met die van oeroude volwassen mensen. Hij en anderen, zoals Ron Clarke van Witwatersrand, denken dat de nieuwe fossielen behoren tot een nog laat overlevende versie van A. africanus [die niet meer algemeen als menselijke voorouder gezien wordt] of een nauw verwante zustersoort daarvan”.[23]

Volgens Ker Than is de mening van antropoloog Bernard Wood dat “Australopithecus sediba’s armen te lang – te aapachtig – zijn en dat de soort niet zo goed is aangepast aan het rechtop lopen als sommige wetenschappers verwachten van de directe voorouder van de eerste mensen”.[24] Het moet ook benadrukt worden dat, zelfs als sommige australopithecinen, zoals Australopithecus sediba, rechtop liepen, dat nog geen bewijs is dat ze onderweg waren om mensen te worden. Volgens Charles Oxnard, autoriteit op het gebied van evolutie, “verschillen sommige eigenschappen [opperarmbeen, enkels en middenhandsbeentjes] van de australopithecinen duidelijk meer van mensen en Afrikaanse apen, dan deze groepen van elkaar verschillen. De australopithecinen zijn uniek.”[25] Hij stelt verder op zelfde pagina dat “hoewel zij op twee voeten liepen, is het waarschijnlijk dat hun tweevoetigheid mechanisch verschilde van die van mensen. Hoewel zij op de grond konden lopen, is het ook waarschijnlijk dat deze fossielen goede arborealisten waren [oftewel, ze waren aangepast aan het leven in bomen].” Creationisten hebben geen enkel probleem te erkennen dat sommige uitgestorvan apen (australopithecinen) rechtop konden lopen, hoewel, zoals aangeduid door Oxnard, het betwijfeld wordt dat hun tweevoetigheid mechanisch hetzelfde was als dat van mensen. In feite wijst een eerder genoemd belangrijk onderzoek van evolutionist Fred Spoor, waarbij CAT scans gebruikt werden voor de delen van de fossiele schedel waar de evenwichtsorganen zich bevonden, uit dat de australopithecinen die hij bestudeerde gewoonlijk niet rechtop liepen.[26] (Zelfs nu zijn sommige apen in staat een deel van de tijd rechtop te lopen.) En dit ondanks de overtuigde claims van evolutionisten van het tegenovergestelde, gebaseerd op, bijvoorbeeld, de anatomie van de Australopithecus heupen.

In feite bestonden er al andere uitgestorven apen die op twee voeten liepen, zoals Oreopithecus bambolii, die geen veronderstelde voorloper van de mens is, omdat zijn evolutionaire datering (gedacht wordt dat hij 7 tot 9 miljoen jaar geleden leefde) te vroeg is en omdat hij op een locatie (Toscane, Itali?) gevonden werd die ongeschikt is als wieg voor ‘vroege aapmensen’. Volgens de auteurs die het exemplaar onderzochten, leken delen van het bekken van Oreopithecus bambolii op dat van Australopithecus afarensis en zijn dijbeen toonde een “uitgesproken diaphyseale [middenstuk] hoek gecombineerd met gewrichten van ongeveer gelijke grootte, vergelijkbaar met Australopithecus en Homo en functioneel gecorreleerd met tweevoetigheid”.[27] Volgens Henri Gee “wordt van dit schepsel gedacht dat het onafhankelijk van andere soorten op twee benen ging lopen en dat het slechts verre familie is van de mensachtigen”.[28] Het is al moeilijk genoeg om bij apen ??n keer een vorm van op twee voeten lopen te zien evolueren, laat staan dat het onafhankelijk van elkaar twee keer of vaker gebeurde. Het lijkt erop dat evolutie aan bijna elk scenario aangepast kan worden en het lijkt daardoor meer op een geloofsysteem dan op wetenschap.

Het laatste punt is dat evolutie of schepping niet bewezen of verworpen kan worden op grond van het uitzoeken van vermeende aapmensen of mensachtige fossielen, omdat deze altijd onderworpen zijn aan verschillende interpretaties. Een van de redenen waarom er geen fossielen van aapmensen zijn, is dat evolutie onmogelijk is. Ja, natuurlijke selectie vindt plaats en ja, mutaties worden ook geobserveerd. Het probleem voor evolutionisten is echter dat natuurlijke selectie alleen bestaande informatie uitzoekt, het kan niet de informatie cre?ren die nodig is voor nieuwe lichaamstructuren. Mutaties zijn willekeurig en meestal slecht voor het organisme. Zelfs in de paar voorbeelden waarin ze voordelig waren, cre?ren mutaties niet de nieuwe informatie die noodzakelijk is voor evolutie van microbe naar mens,[29] ze veroorzaken eerder een verlies aan informatie (bijvoorbeeld het verlies van vleugels in een kever die op een windig eiland leeft).

Natuurlijke selectie die toevallige mutaties selecteert, is een blind proces dat niet in de toekomst kan kijken. Daarom kan natuurlijke selectie het selectieproces van mutaties, die ‘later op de weg’ nodig zouden zijn, niet be?nvloeden om de juiste DNA volgorde te krijgen om voor een specifiek gen te coderen. Als het al iets doet, verwijdert natuurlijke selectie elke mutatie die op weg was naar een nieuwe structuur, omdat die geen doel dient, tenzij die functioneel is. Toch lijkt het erop dat zelfs natuurlijke selectie ons genoom niet effectief kan schoonhouden van nadelige mutaties, in het bijzonder diegenen die maar een beetje slecht zijn (bijna neutraal). Daarom verslechtert ons genoom van generatie op generatie.[30] Simpel gezegd: mensen kunnen als soort niet over miljoenen jaren ge?volueerd zijn, omdat er geen levensvatbaar mechanisme is om informatie in het genoom te doen toenemen en omdat de ophoping van fouten (mutaties) in het genoom in die hypothetische tijd het onmogelijk maken dat het nog steeds functioneel zou zijn. Dat betekent dat, als het evolutionaire scenario met zijn miljoenen jaren waar zou zijn, wij nu uitgestorven zouden zijn.[31]

Referenties en noten

[1] Thom, G., Missing link found in ascent of man, Herald Sun, blz. 17, vrijdag 9 April, 2010.
[2] Trekgeek1, commentaar op verhaal ‘New species of early hominid found”, 6 april 2010 (beschikbaar op http://www.physorg.com/news189771175.html, 10 april 2010).
[3] Amos, J., South African fossils could be new hominid species, 8 april 2010 (beschikbaar op http://news.bbc.co.uk/2/hi/science/nature/8609192.stm, 10 april 2010).
[4] Aiello, L. en Dean, C., An Introduction to Human Evolutionary Anatomy, Academic Press, London, blz. 352, 1990.
[5] Meier, R.J., The Complete Idiot’s Guide to Human Prehistory, Alpha Books, New York, NY, blz. 16, 2003.
[6] Thomas, H., Fossil warriors won’t call a truce for Sediba, The Weekend Australian, blz. 13, 10-11 april, 2010.
[7] Alhoewel White zelf ook ontdekkingen waarbij hij betrokken was heeft opgeklopt; zie: Line, P, Connecting imaginary human evolution dots: the case of Australopithecus anamensis, Journal of Creation 20(2):4-5, 2006.
[8] Postcraniaal betekent alles vanaf de nek omlaag.
[9] Berger, L.R., de Ruiter, D.J., Churchill, S.E., Schmid, P., Carlson, K.J., Dirks, P.H.G.M. en Kibii, J.M., Austalopithecus sediba: A new species of Homo-Like Australopith from South Africa, Science, 328:195-204, 2010.
[10] Balter, M., Candidate human ancestor from South Africa sparks praise and debate, Science, 328:154-155, 2010.
[11] Ibid, blz. 154.
[12] Berger et al, Ref. 9, 328:203.
[13] Line, P., Fossil evidence for alleged apemen-Part 2: non-Homo hominids, TJ, 19(1):33-42, 2005.
[14] Relethford, J.H., The Human Species: An Introduction to Biological Anthropology, Seventh Edition, McGraw-Hill, New York, blz. 268, 2008.
[15] Balter, M., Ref. 10, 328:155.
[16] Wong, K., Spectacular South African skeletons reveal new species from murky period of human evolution, 8 april 2010 (beschikbaar op http://www.scientificamerican.com/article.cfm?id=south-african-hominin-fossil, 9 april 2010).
[17] Hawks, J., What, if anything, is Australopithecus sediba? 8 april 2010 (beschikbaar op http://johnhawks.net/weblog/fossils/sediba/malapa-berger-description-2010.html, 10 april 2010).
[18] Line, P., Fossil evidence for alleged apemen-Part 1: the genus Homo, TJ, 19(1):22-24, 2005.
[19] Aan de verwarring rond habilis word waarschijnlijk bijgedragen door het af en toe toewijzen van botfragmenten van H. erectus (volledig menselijk) aan deze ’taxon voor het gemak’. Zie de bespreking door evolutionist Dr. Fred Spoor in de Dvd-documentaire The image of God.
[20] Thomas, H., A new face on our distant past, The Australian, blz. 15, vrijdag 9 April, 2010.
[21] Berger et al, Ref. 9, 328:202-204.
[22] Berge, C., How did australopithecines walk? A biomechanical study of the hip and thigh of Australopithecus afarensis, Journal of Human Evolution, 26:270, 1994.
[23] Balter, M., Ref.10, 328:155, 2010.
[24] Than, K., “Key” Human Ancestor Found: Fossils Link Apes, First Humans? 8 april 2010 (beschikbaar op http://news.nationalgeographic.com/news/2010/04/100408-fossils-australopithecus-sediba-missing-link-new-species-human/, 9 april 2010)
[25] Oxnard, C., Fossils, Teeth and Sex: New Perspectives on Human Evolution, Hong Kong University Press, Hong Kong, blz. 227, 1987.
[26] Spoor, F., et al., Implications of early hominid labyrinthine morphology for evolution of human bipedal locomotion, Nature 369(6482):645-648, 23 juni 1994. Spoor was toen Professor in de Evolutionaire Anatomie aan het University College London, UK, en mede redacteur van het Journal of Human Evolution.
[27] Kohler, M. and Moya-Sola, S., Ape-like or hoinid-like? The positional behavior of Oreopithecus bambolii reconsidered, Proceedings of the National Academy of Sciences USA, 94:11747, 1997.
[28] Gee, H., Return to the planet of the apes, Nature, 412:131, 2001.
[29] De Israelische specialist in bio-informatica Dr. Lee Spetner heeft in zijn boek Not By Chance geschreven dat hij van geen enkele puntmutatie weet die informative doet toenemen (complexiteit specifieerde), maar niet verbaasd zou zijn als in een complexe wereld een handvol mutaties beschreven worden die toevallig een klein beetje informatie toevoegen. Maar zijn punt is dat wij makkelijk honderen informatie-toevoegende mutaties moeten vinden tussen de vele duizenden mutaties die voortdurend plaatsvinden als de Neo-Darwinistische theorie enigzins geloofwaardig wil zijn.
[30] Sanford, J., Genetic Entropy & The Mystery of the Genome, Third edition, FMS Publications, New York, p. 153, 2008.
[31] DVD The Mystery of our Declining Genes, met Dr. John Sanford, voormalig docent aan de Cornell University en pionier in de genetische modificatie op een CMI Superkamp in januari 2009 op Philip Eiland, Australi?.

Originele Engelse tekst op: http://creation.com/sediba-not-human-ancestor