vertaling FZ, MIG
Creationistische onderzoekers streven erna om te begrijpen wat het aardse gesteente ons kan leren over Gods oordeel en genade. Hoewel we aan Gods Woord nooit hoeven te twijfelen, dienen wij onze (oorsprong)modellen voortdurend te evalueren en open te staan voor nieuwe modellen als die het bewijsmateriaal beter verklaren. De Britse onderzoeker Paul Garner maakte een dergelijke radicale ommezwaai toen hij ontdekte wat het Catastrofale Platen Tektoniek (CPT)-model kan verklaren. Hieronder zijn relaas:
Het is bemoedigend te zien dat er steeds meer moderne wetenschappers bezig zijn met het construeren van het schepping-oorsprong-model. Al geruime tijd ben ik van mening dat het simpelweg aanvallen van evolutionistische theorie?n ontoereikend is. In plaats daarvan zouden we ons hoofdzakelijk moeten richten op het aantonen hoe het Bijbelse geschiedeniskader een betere verklaring geeft van de wereld om ons heen dan elk ander alternatief.
Creationisten willen de natuurwetenschappen terugbrengen onder de heerschappij van Christus, en dat betekent dat ze nieuwe theorie?n moeten construeren in biologie, geologie, en astronomie die gefundeerd zijn op de Bijbel en verenigbaar zijn met de wetenschappelijke gegevens. Vervolgens willen ze die theorie?n dan inpassen in een samenhangend scheppingsmodel. Dit is geen eenvoudige zaak. Het is veel gemakkelijker om evolutie te bekritiseren dan positieve alternatieven te ontwikkelen die de strenge toets der kritiek kunnen weerstaan.
Ik heb een opleiding in aardwetenschappen en heb mijn belangstelling gericht op de ontwikkeling van een creationistische theorie over de aardgeschiedenis. Het boek The Genesis Flood van John Whitcomb en Henry Morris was min of meer de eerste poging om een creationistische theorie over de aarde tot stand te brengen sinds de aanvang van de moderne geologiewetenschap. Maar dat was slechts een begin. Hun idee?n moeten bijgewerkt en verbeterd worden zodat daarop gebouwd kan worden met integratie van nieuwe theorie?n om zo tot een samenhangend scheppingsmodel van de geschiedenis van de aarde te komen.
De aanwijzingen die wij opdoen uit geologische studies moeten ge?nterpreteerd worden en de Bijbel helpt daarbij, maar er blijven nog tal van vragen over. Bijvoorbeeld, welke aardlagen zijn aan de zondvloed toe te schrijven?
Welke lagen zijn aan de zondvloed toe te schrijven?
Een groot deel van de geologische kolom bestaat uit gesteentelagen die afgezet zijn door water, zoals moddergesteente, kalksteen en zandsteen. Deze lagen zijn in de meeste gevallen opeenvolgend opgebouwd. Anders gezegd, de ene laag is bovenop de ander afgezet min of meer als een sandwich die uit meerdere lagen bestaat. De oudste laag zal zich bij de bodem van de stapel bevinden, vooropgesteld dat aardbewegingen de opeenvolging van lagen niet hebben verstoord.
Tijdens de opkomst van de moderne geologiewetenschap werd het gedeelte van de geologische kolom, dat dierlijke fossielen bevat, al snel in vier belangrijke stukken verdeeld: het Primair (later Paleozo?cum genoemd), het Secundair (later Mesozo?cum genoemd), het Tertiair, en het Kwartair (zie onder). Whitcomb en Morris meenden dat al deze lagen tijdens de zondvloed waren afgezet.

In de jaren ’80 suggereerden enkele creationisten dat alleen de Primaire sedimenten tijdens de zondvloed waren afgezet. Zij namen deze stelling om zo verwarrende eigenschappen van de rotslagen (structuren zoals ertsaders, gronden) te verklaren, evenals gekoloniseerde zeebodems die ? naar het zich deed aanzien ? langer nodig hadden om op te hopen dan alleen het jaar van de zondvloed (maar weliswaar geen miljoenen jaren).
Deze ingeslagen weg leek ook mij interessant en ergens midden jaren ’90 leverde ik een bijdrage aan een symposium waarin ik stelde dat de grens van de zondvloed/postzondvloed ergens dicht bij de bovenkant van de Primaire lagen moest worden gezocht. Dit voorstel bleek erg controversieel, leidde tot stevig debat en maakte heel wat discussie los!
Problemen met mijn voorkeurstheorie
In de daaropvolgende jaren zag ik steeds meer problemen ontstaan met de theorie die ik zelf had helpen ontwikkelen. Het werd duidelijk dat veel van de eigenschappen die me ertoe hadden gebracht te besluiten dat de Secundaire lagen postzondvloed waren, ook in de Primaire lagen aanwezig waren. Ik begon me af te vragen of het eind van de zondvloed zelfs verder teruggebracht moest worden in de geologische kolom.
Probleem 1
Als dit waar was, zouden creationistische geologen zelfs nog meer sedimentaire lagen moeten verklaren die afgezet waren na de zondvloed. Maar mijn studie van Bijbelse genealogie had me ervan overtuigd dat de tijd tussen Noach en Abraham vrij kort was, wellicht niet meer dan 350 jaar. Wellicht veel te kort om zoveel erosie en aardbeweging toe te staan, tenzij die postzondvloed-periode bijna even catastrofaal was als de zondvloed zelf.
Probleem 2
Een ander probleem betrof het opbreken van continenten. Het geologische bewijsmateriaal dat de continenten eens in ??n enkel supercontinent waren verenigd, was zeer sterk. Maar hoe en wanneer braken zij dan uiteen?
Puzzelen met de Continenten ![]() Bepaalde mineralen in het gesteente kunnen informatie over het aardmagnetische veld ?opslaan? en ?bewaren?. Door onderzoek naar gesteentemagnetisme kunnen geologen de breedtegraad van de continenten schatten toen het gesteente daar in eerste instantie werd afgezet. Na het vergelijken van de informatie uit velen verschillende gesteenten proberen geologen de oorspronkelijke positie van de continenten te reconstrueren. Het vroegste supercontinent geconstrueerd uit zondvloedsedimenten draagt de naam Rodinia (afgeleid van het Russische woord ?moederland?) Volgens de CPT-theorie komt de rangschikking van dit supercontinent mogelijk goed overeen met de ligging van de landmassa voor de zondvloed. Tijdens het begin van de zondvloed breekt Rodinia uiteen en komt korte tijd opnieuw bijeen om zich een ander supercontinent te vormen (genaamd Pangea), waarna het tenslotte uiteen breekt in de huidige continenten. [zie animatie onder]
Hoe ontstonden de Himalaya?s |
Al snel realiseerde ik me dat, als de zondvloed veel lager in de geologische kolom eindigde, zoals ik had voorgesteld, dat dan het opbreken van de continenten niet na, maar grotendeels tijdens de zondvloed plaatsgevonden moet hebben. Maar dit veroorzaakte een ernstig probleem. De natuurkundige gegevens wezen erop dat de aardschollen (aardplaten) zich of zeer snel (zoals tijdens de zondvloed) of nauwelijks (zoals vandaag) konden bewegen. Er bleek voor aardschollen geen enkel mechanisme te zijn om zich met gematigde snelheden te bewegen, wat nu juist vereist was voor de postzondvloed-theorie.
Probleem 3
![]() …wij [zouden] altijd bereid moeten zijn om onze modellen weer los te laten als het bewijsmateriaal dat vereist. ![]() |
Een ander punt van zorg was dat er met het plaatsen van het eind van de zondvloed zo laag in de geologische kolom, de IJstijd volledig ?losgekoppeld? werd van de zondvloed. In de jaren ’90 hadden creationistische modellen met succes aangetoond hoe de wijdverspreide ijskappen zich na de zondvloed konden ontwikkelen, namelijk doordat het verdampte warme oceaanwater als hevige sneeuw op de koude continenten viel. Wanneer de zondvloedafzettingen echter lager in de geologische kolom worden gebracht, zou de IJstijd pas geruime tijd na de zondvloed begonnen zijn. Dit vormde een probleem omdat er zo geen verklaring was voor de IJstijd.
Probleem 4
Een van de beslissende factoren was dat ik me realiseerde dat ik er niet in was geslaagd om rekening te houden met het groter geheel. Wanneer we ons op zeer specifieke geologische problemen focussen, lopen we het gevaar ?door de bomen het bos niet meer te zien.? Een bredere context geeft dan een nieuw perspectief.
Deze bredere context bestaat uit het rekening houden met de dikke uniforme afzettingen die zich in de Primaire en Secundaire lagen over de continenten uitbreiden. In de lagen van het Tertiair en Kwartair zijn patronen op continentale schaal namelijk grotendeels afwezig. Hier zijn de meeste sedimenten beperkt tot meer lokale gebieden of bassins. Met dit aspect in gedachten was de meest voor de hand liggende plaats om het eind van de zondvloed te bepalen dicht bij de bovenkant van de Secundaire lagen, op het punt waar processen op continentale schaal overgingen naar processen op regionale schaal. Mijn voorkeursmodel kwam niet overeen met dit grotere plaatje.
De stukjes in elkaar passen
Na jarenlang worstelen met deze overwegingen, kwam ik tot de overtuiging dat ik mijn mening moest bijstellen. Maar wat ik ook zou accepteren, de stukjes moesten dan wel allemaal in elkaar passen.
Zo wilde ik bijvoorbeeld een verklaring vinden voor het bewijsmateriaal dat het opbreken van de continenten gelijktijdig plaatsvond met de afzetting van de Primaire en Secundaire sedimenten. Welk mechanisme was in staat om de continenten zo snel uiteen te drijven? Het antwoord kwam in 1994, toen een team creationistische onderzoekers een dergelijke theorie voorstelde met de naam: catastrofale platentektoniek (CPT).
Het blijkt dat de CPT-theorie veel meer kan verklaren dan het opbreken van de continenten. Het verklaart bijvoorbeeld alles wat conventionele plaattektoniek verklaart en meer dan dat (zie kadertekst ?Het ontbrekende stukje? en bijbehorende plaatjes).
Het ontbrekende stukje ? een creationistisch perspectief ![]() Continenten die zich door de oceaanbodem ploegen? Hoe geologen ertoe kwamen om dit radicale idee te accepteren, is ??n van de interessantste verhalen in de moderne wetenschap. Maar door de ontwikkeling van nieuwe instrumenten waarmee de oceaanbodem werd bestudeerd, werd het bewijsmateriaal overweldigend. Recente ontdekkingen lieten de geologen met nieuwe raadsels achter. Diep in de aarde zijn er bijvoorbeeld delen van koude platen (of schollen) die blijkbaar uit de oppervlakte van de aarde kwamen. Hoe konden deze koude platen, gedurende meer dan miljoenen jaren, langzaam door de hete mantel (tot 4000?C) dalen zonder te ?smelten?? Conventionele geologen worden in hun zoektocht naar antwoorden belemmerd door de overtuiging dat de aardplaten volgens de huidige, langzame snelheden bewegen (2,5 tot 5 centimeter per jaar) gedurende miljoenen jaren. Maar creationisten weten vanuit de Bijbelse gegevens dat de aarde slechts een paar duizend jaar bestaat. Door de Bijbelse geschiedenis als vertrekpunt te nemen, waren deze wetenschappers bereid om de theorie van continentale beweging naar een hoger plan te tillen. Zij werkten een theorie uit met de naam Catastrofale PlatenTektoniek. CPT verklaart tal van problemen die binnen conventionele plaattektoniek een raadsel zijn. Zoals: hoe konden de platen ooit genoeg energie hebben om zich door mantellagen heen te dringen, die tegenwoordig verhinderen dat de platen nog verder wegzinken? En: hoe kon het koude mantelmateriaal tot de kern van de aarde zinken zonder te smelten? Het antwoord is om de zaken te versnellen door middel van een catastrofale, wereldwijde vloed! |
CPT lijkt ook goed verenigbaar te zijn met de Bijbelse details over de zondvloed, zoals het openbreken van de ?kolken der grote waterdiepten? de veertig dagen en de nachten regen, en de overstroming van de continenten.
|
De uitstoot van enorme hoeveelheden gesmolten rots op de bodem van de oceaan hief de oceaanvloer op, waardoor de waterspiegel steeg en de continenten overstroomden. Dit magma verwarmde het oceaanwater, dat later de hevige sneeuwval van de IJstijd na de zondvloed produceerde. [1]
Natuurlijk wil dat niet zeggen dat CPT alle antwoorden geeft of elk probleem oplost. De onopgeloste vragen blijven, zoals een verklaring geven voor het afvoeren van de warmte die door het snelle opbreken van de continenten geproduceerd zou zijn.
Ik denk toch dat de openstaande CPT-kwesties wel oplosbaar zijn en zelfs aanwijzingen kunnen geven voor enkele interessante onderzoeksterreinen. Het CPT-model heeft wat mij betreft het grootste potentieel om de informatie van een scala aan wetenschappelijke terreinen, zoals geologie, geofysica, paleontologie en klimatologie, in een volwaardig zondvloedmodel samen te brengen.
Bereid zijn om modellen los te laten
E?n van de belangrijke lessen die ik van dit proces heb geleerd, is de noodzaak om als christen nederigheid te oefenen in ons onderzoek naar de waarheid. Wij hebben niet alle antwoorden, en onze wetenschappelijke hypothesen kunnen onjuist zijn. Daarom zouden wij altijd bereid moeten zijn om onze modellen weer los te laten als het bewijsmateriaal dat vereist.
Wij moeten voortdurend streven naar een beter inzicht in de Bijbel en de wetenschappelijke gegevens, zelfs wanneer dat herziening of verwerping betekent van onze geliefde idee?n. Wetenschappelijke theorie?n ? zelfs creationistische ? zijn voorlopig, en wij zouden moeten leren om ze makkelijk los te laten. Anderzijds is het natuurlijk belangrijk om zo veel mogelijk waarheden van een succesvol model te verzamelen. Wetenschappers zullen geen theorie?n overboord gooien enkel en alleen omdat zij niet alle gegevens verklaard hebben.
|
Alle theorie?n zijn onvolledig, maar wij zouden met de beste aan de slag moeten en zien hoe ver wij met hen komen.
Het definitieve antwoord?
Is catastrofale plaattektoniek dan het ?definitieve antwoord? binnen de creationistische geologie? Zal het verder wetenschappelijk en Bijbels onderzoek kunnen doorstaan? De tijd zal het leren. Als ervaring me iets geleerd heeft, dan is het wel dat onze wetenschappelijke modellen binnen zo?n tien jaar heel verschillend zullen zijn. Een deel zal bevestigd worden, een ander deel valt weg, en een deel zal weer nieuw ontwikkeld zijn. Maar dat is niet iets om ons zorgen over te maken. In feite is dat nu ??n van de dingen die de wetenschap zo interessant maakt.
Paul Garner, onderzoeker en spreker, verbonden aan Creation Ministries in het VK, heeft een BSc in Milieuwetenschap en is lid van de Geological Society. Momenteel verricht hij voor het ICR?s FAST project [2] onderzoek naar de Coconino zandsteenafzetting in Noord-Arizona, VS.
Referenties en aantekeningen
Animatie Wikipedia Van Pangea naar de huidige ligging van de continenten.
|
Originele Engelse tekst op: http://www.answersingenesis.org/articles/am/v3/n4/upgrade-time