vertaling Josine, Werkgroep In Genesis
Het boek Leviticus bevat een aantal voedselwetten waaraan de vroegere Isra?lieten zich dienden te houden. De moderne geneeskunde heeft aangetoond, dat veel van deze voorschriften een gunstige uitwerking hadden op de gezondheid van de mensen uit die tijd en op die plaats. Hoewel de Wet van Mozes ons richtsnoer was om mensen tot Christus te leiden (Galaten 3:24), zijn veel van de individuele geboden niet meer van toepassing na de dood en lichamelijke opstanding van Christus die stierf voor onze zonden. De Here Jezus en zijn apostelen verklaarden heel specifiek al het voedsel rein (Marcus 7:18-19, Handelingen 10:10-15, Kolossensen 2:16).
Enkele van die spijswetten werden door sceptici aangewend als ?bewijs? dat de Bijbel fouten maakt, en dus niet Gods geschreven woord kan zijn. Bijvoorbeeld Leviticus 11:3-6) waar staat: Dit zijn de dieren die jullie mogen eten;
- Die gespleten hoeven hebben ? dus hoeven die helemaal gedeeld zijn ? en bovendien hun voedsel herkauwen. Die mag je eten.
- Maar dieren die alleen herkauwen of alleen gespleten hoeven hebben, mag je niet eten. Kamelen zijn herkauwers maar hebben geen gespleten hoeven en gelden daarom voor jullie als onrein.
- Klipdassen zijn herkauwers maar hebben geen gespleten hoeven en gelden daarom voor jullie als onrein.
- Hazen zijn herkauwers maar hebben geen gespleten hoeven en gelden daarom voor jullie als onrein.
In Creation 19(4):29 lieten we een foto zien van de hoef van een kameel om te bewijzen dat de bewering uit Leviticus 11:4 juist was. De kameel heeft geen volledig gespleten hoeven, ondanks wat sceptici zeggen. Andere sceptici beweren dat de klipdas (Hebreeuws shaphan, = klipdas) en haas (Hebreeuws ?arnebeth =konijn) hun voedsel niet herkauwen.
In het moderne taalgebruik worden dieren die hun voedsel opnieuw kauwen herkauwers genoemd. Ze kauwen hun eten nauwelijks als ze het voor het eerst naar binnen werken, maar slikken het naar een speciale maag waar het voedsel gedeeltelijk verteerd wordt. Dan wordt het weer opgebracht, opnieuw gekauwd en weer doorgeslikt en vindt dan zijn weg naar een andere maag. Dieren die dit doen zijn onder andere koeien, schapen en geiten en ze hebben allemaal vier magen. Volgens deze moderne definitie zijn de klipdas en konijnen geen herkauwers.
De Hebreeuwse uitdrukking voor herkauwen betekent echter, gewoon ?uitbraken wat je ingeslikt hebt?. Klipdassen en konijnen maken dezelfde (braak)bewegingen als herkauwers zodat Linnaeus, de vader van de hedendaagse classificatie (en een creationist) hen in eerste instantie classificeerde als herkauwers. Hazen en konijnen doen aan refectie, dat in wezen hetzelfde principe is als herkauwen en ze ?braken inderdaad weer uit wat ingeslikt was?. Het voedsel gaat namelijk regelrecht door het konijn heen en wordt uitgescheiden als een speciaal soort uitwerpselen. Die worden weer opgegeten en kunnen dan het konijn wel voeden, aangezien ze nu al deels verteerd zijn.
Het is geen vergissing van de Schrift dat herkauwen nu een meer beperkte betekenis heeft gekregen als in de dagen van Mozes. Inderdaad doen konijnen en hazen aan herkauwen op een wat meer gespecialiseerde wijze. Opnieuw blijkt de Bijbel correct en hebben de sceptici het mis.
God gaf door Mozes instructies die iedere Isra?liet zou kunnen opvolgen. Het is niet aannemelijk dat iemand die vertrouwd is met het dierenleven van het Middenoosten een zo?n eenvoudig te corrigeren fout zou maken over konijnen. Het is ook onaannemelijk dat de Isra?lieten een boek als Heilig Schrift zouden accepteerden wanneer het inging tegen de realiteit die ze om zich heen zagen, wat dan ook niet het geval is…