vertaling FZ, Mediagroep In Genesis
De Peking anomalie
Diep onder Azi?, ongeveer 700 tot 1.400 km onder het aardoppervlak is onlangs de aanwezigheid van een enorme watermassa vastgesteld (ruwweg in het midden van mantel).[1] Deze enorme ?seismische anomalie?, een segment van de mantel dat de seismische golven van aardbevingen dempt, kwam aan het licht door de analyse van bijna 600.000 seismogrammen (grafische opnamen van drukgolven die zich door het binnenste van de planeet verplaatsen). Volgens de ontdekkers (M.E. Wysession en J. Lawrence) is het watervolume in deze anomalie minstens gelijk aan die van het volume van de Noordelijke ijszee.
Een ?kijkje? in de aarde
Afgeleid van Wikipedia De interne structuur van de aarde.
|
Direct onderzoek naar het binnenste van de aarde is maar beperkt mogelijk. De diepste mijn ter wereld (een goudmijn in het Witwatersrand gebied in Zuid-Afrika) daalt 3,5 km af in de lithosfeer. [red.1], [2] Op het Russische schiereiland Kola, is tot op heden het diepst geboord. Er is daar geboord tot 12,26 km, van waar men boormonsters heeft genomen. [3] Vanaf dat punt tot de kern, bijna 6.365 km, is nog totaal ?onbekend terrein?. Wat voorbij dat punt is, kunnen we enkel maar proberen af te leiden van de beperkt beschikbare gegevens.
Bij het maken van dergelijke gevolgtrekkingen, kunnen we gebruik maken van de welbekende massa van de aarde. De massa van de aarde werd in 1789 door Henry Cavendish berekend met behulp van de wetten van Newton. We kunnen tevens de gemiddelde dichtheid van de buitenste ?laag? van de aarde, die bekend staat als ?aardkorst? of lithosfeer, schatten (op basis van boringen en dagzoom gesteenten). Maar hoe dik is de korst en wat bevindt zich daaronder?
Hier komt seismisch onderzoek in beeld: schokgolven (van aardbevingen of explosies) verplaatsen zich door de gehele aarde en hun snelheid verandert in overeenstemming met de dichtheid van het materiaal waardoor het zich verplaatst. Vaak vindt er weerkaatsing (reflectie) en richtingsverandering (breking) plaats, wanneer de snelheid verandert. Gebaseerd op deze en veel andere afgeleide kenmerken, is er een beeld van het binnenste van de aarde ontstaan dat duidt op een reeks concentrische bollen: de binnenkern, de buitenkern, de mantel en de korst.
![]() ![]() |
Het belangrijkste kenmerk dat deze gebieden onderscheidt is de dichtheid, die gewoonlijk toeneemt met de diepte. Aan de oppervlakte is de dichtheid net boven de 2 [red.2] (de dichtheid van water is 1) en heeft een geschatte waarde van 11 in de kern (waarvan men verondersteld dat deze uit nikkel en ijzer bestaat). Elke concentrische schil is van de andere gescheiden door een dun gebied waar de snelheid beduidend verandert. Deze overgangsgebieden worden aangeduid als discontinu?teiten.
Het enorm diepe boorgat op het schiereiland Kola heeft als doel de Mohorovičić (?Moho?) discontinu?teit te bereiken (vernoemd naar de Kroatische seismoloog Andrjia Mohorovičić die deze ontdekte). Op deze locatie bevindt de Moho zich op slechts circa 15 km diepte (het dichtst bij het landoppervlak; onder de oceanen, waar de bovenste laag van de lithosfeer ontbreekt, bevindt de Moho zich op sommige plaatsen tot maar 6 km onder de zeebodem). Andere belangrijke discontinu?teiten zijn de Wiechert-Gutenberg (op 2.900 km diepte) en Lehmann (op 5.100 tot 5.200 km diepte ).
Wat is daar beneden te vinden?
Afgeleid van Wikipedia Enkele belangrijke seismische discontinu?teiten binnen de aarde.
|
De concentrische schilstructuur kwam naar voren uit seismische gegevens en de eigenschappen van mineralen (van het gesteente, meteorieten en de laboratorium-experimenten). Men denkt ook dat het materiaal in elk van de concentrische gebieden verschillende chemische samenstellingen heeft. De basis-omstandigheden zoals druk, temperatuur en viscositeit zijn op deze wijze geschat, waardoor bepaalde voorspellingen over het gedrag en dynamica mogelijk werden. Maar niet ??n van die voorspellingen gaf aan dat er zoiets was is als de Peking Anomalie (PA). Zo?n enorme hoeveelheid water op een dergelijke diepte was onvoorstelbaar! Er was echter ??n uitzondering, een voorspelling vanuit een creationistisch model van de interne dynamica van de aarde en de wijze waarop het verklaart hoe de plaat tektoniek [red.3] begon. Dit model werd gecre?erd door Dr. John Baumgardner, destijds verbonden aan het Los Alamos National Laboratory. [4]
Het Catastrofale Plaat Tektoniek (CPT) model voorziet tevens in een goed creationistisch model voor de wereldwijde vloed ten tijde van Noach. Het model beschrijft dat toen de eerste segmenten van de korst (oceaanbodem) naar het binnenste van de aarde begonnen te zinken, zij meters per seconde bewogen in plaats van millimeters per jaar (de huidige bewegingssnelheid van de platen).
Bij die snelheid, konden de dalende platen (of aardschollen) de bodem van de mantel (2.900 km onder de oppervlakte) in 15 dagen bereiken. Seismische tomografie (een soort CAT-scan van het binnenste van de planeet) leverde inderdaad bewijsmateriaal dat er rotsformaties ter grootte van continenten nabij de bodem van de mantel zijn, welke kouder zijn dan de omgeving. Deze zouden daar dus nog niet al te lang geweest kunnen zijn anders zouden zij totaal onherkenbaar gesmolten en vermengd zijn geweest met het mantelmateriaal.
Gevolgen
foto John Baumgardner Dichtheidsstructuur van de mantel aan het oostelijk- (boven) en westelijk (onder) halfrond afgeleid uit seismische tomografie. Het blauw vertegenwoordigt gesteentes met een lage temperatuur en rood geeft het gesteente aan met hoge temperatuur. De heldergroene contouren vertegenwoordigen de huidige subductie zones (verwijderingsgebieden).
|
Als de tektonische platen met een dergelijke snelheid werden verwijderd (?runaway subduction?), zouden sedimenten van de zeebodem en enorme waterhoeveelheden ?meegesleept? zijn. Zodra zij de zones binnen de mantel bereikten waar de druk en temperatuur hoog zijn, zal dat water en de met water verzadigde sedimenten veranderd zijn in zeer actieve chemische oplossingen en gassen. Omdat deze gassen beduidend lichter zijn, zullen ze de neiging hebben op te stijgen naar de aardoppervlakte. Het is interessant dat onlangs uitgevoerde experimenten hebben aangetoond dat calciet (CaCO3, ook wel kalkspaat genoemd) blootgesteld aan druk en temperaturen van een vergelijkbaar niveau als die in de mantel, bij aanwezigheid van ijzeroxides wordt omgezet in methaangas. [5] Binnen deze context zou een groot en spectaculair scala van vergelijkbare chemische verandering mogelijk zijn als gevolg van enorme oceaanbodem-fragmenten die snel in de mantel zakten. Bij het trage subductieproces van vandaag smelt de zeebodem en scheiden de vluchtige stoffen zich al in een vroeg stadium, veel dichter aan de oppervlakte. Als gevolg hiervan zullen ze ook andere chemische eigenschappen hebben en het merendeel bereikt de oppervlakte in plaats van in de mantel ingesloten te worden.
Runaway subduction (op hol geslagen subductie) zou heel goed de oorzaak kunnen zijn van het water in de Peking Anomalie. Zelfs grotere volumes van met mineralen verzadigde vloeistoffen (hydrothermale vloeistoffen) zouden de bovenmantel en de korst bereikt kunnen hebben. Overal waar zij door ongebonden sedimenten sijpelden, (en de wereldwijde vloed in de dagen van Noch veroorzaakte daar zeker enorme hoeveelheden van) zullen de opgeloste mineralen zijn neergeslagen en daarmee het cement vormen waarmee de ongebonden sedimenten in hard gesteente veranderden. Ongeveer 90% van alle sedimentaire rotsen worden als ?terrigeen? beschouwd, d.w.z. gemaakt uit fragmenten van vroeger gesteente dat vanaf de continenten is ge?rodeerd en dat door chemicali?n is samengebonden. De bron van dit chemische cement (waarvan hun totale volume immens is!) is lang een raadsel is geweest, maar nu niet meer.
De sedimenten die tijdens de zondvloed werden afgezet bevatten enorme hoeveelheden plantaardig materiaal en ontelbaar veel karkassen. Dezelfde hydrothermale vloeistoffen konden hen snel versteend hebben waarbij het organische materiaal in meer of mindere mate vervangen werd door mineralen. Op deze wijze kon het fossielen bestand in korte tijd gevormd zijn. Voor zover bekend zijn soortgelijke sterke hydrothermale oplossingen vandaag de dag niet aanwezig aan het aardoppervlak (alle bestaande oplossingen zijn ontstaan door infiltratie van water aan de oppervlakte tot een diepte van niet meer dan enkele kilometers), dat verklaart tevens waarom wijdverspreide fossilisatie vandaag de dag niet wordt waargenomen.
De overgrote meerderheid van de bekende fossielen zijn het resultaat van een uniek geologisch proces: de zondvloed. De onlangs ontdekte Peking Anomalie lijkt dit te bevestigen.
Referenties en aantekeningen
Originele Engelse tekst op: http://www.creationontheweb.com/content/view/5199/